Ik was een jaar of 12 en we wandelden in juli in de bergen, toen ik voor het eerst in ‘het wild’ het plaatje zag dat zo smakelijk wordt afgebeeld op de lekkerste pot op de ontbijttafel: hazelnoten. Een cluster van vier nog groene noten, iedere noot in een groene rok, hangend in de zon aan een weelderige struik met bijna ronde blaadjes. Ik heb een noot meegenomen, maar hij was niet rijp genoeg en hij verschrompelde in de vensterbank.
Toen ik de kans kreeg om rond ons nieuwe huis een houtsingel aan te leggen van allerlei bomen en struiken kwamen er ook hazelnoten. Noem het onnozel, Google stelde toen nog niet zoveel voor, maar ik dacht dat ‘hazelnoot’ maar een naam was. Ik was ervan overtuigd dat zulke lekkere noten niet hier konden groeien.
Maar een jaar of vier na de aanplant zag ik begin september ineens datzelfde plaatje. Een cluster noten, iedere noot in gezellige groene rok, rijpend in de zon. Dat gevoel, die rijkdom, dat was niet te beschrijven. Ik ben direct als een gek alle struiken af gaan zoeken en tak voor tak gaan speuren naar meer noten. En die vond ik! In sommige noten zat een klein gaatje. Meestal waren die noten ook al wat bruiner dan z’n buur. Nu weet ik dat ik die noten niet hoef mee te nemen, de hazelnootkever is me daar voor geweest. De larven zijn via dat gaatje al met de noorderzon vertrokken. Ook noten waar ik eindeloos op zat te zwoegen omdat ze maar niet wilden loskomen van hun rok: weggooien, zonde van de tijd. De verse noten die je overhoudt moeten eerst lang drogen. Anders zijn de noten wit en vooral smakeloos. Bij dit drogen komt verrassend veel water vrij.
Ik leg de noten gespreid op kranten. De woonkamer ziet er dan een paar weken niet uit. Elke dag controleren is geen overbodige luxe. Slechte noten eruit halen, kranten soms vervangen. Maar ik doe het met liefde. Het is een soort oergevoel: De oogst binnenhalen voor de winter, voorraad aanleggen en je verheugen op het moment dat je het gaat eten. Vorig jaar was een topjaar. 8 Kilo schoon aan de haak. Ik moest het wegen door met de doos zelf op de weegschaal te staan want de keukenweegschaal gaf het op.
Dit jaar is er minder, maar het blijft een genot. We experimenteren met recepten. Hazelnootpasta, gebak, in stoofpotje, de mogelijkheden zijn eindeloos. En tijdens het oogsten verheug ik me al op al die lekkere momenten. Eigenlijk voel ik me bij iedere oogst van hazelnoten weer dat kind van 12. Maar dan met échte, rijpe noten.